Art. 10. Zonder afbreuk te doen aan artikelen 22 en 23 betalen de op 1 januari in België gevestigde kredietinstellingen, beleggingsondernemingen, beheervennoot-schappen van instellingen voor collectieve belegging en vennootschappen voor beleggingsadvies jaarlijks gezamenlijk een bijdrage van 30,17 % van het in artikel 1, § 1, eerste lid, bedoelde bedrag.
Art. 10. Sans préjudice des articles 22 et 23, les établissements de crédit, les entreprises d'investissement, les sociétés de gestion d'organismes de placement collectif et les sociétés de conseil en placements établis en Belgique au 1 janvier acquittent annuellement, ensemble, une contribution égale à 30,17 % du montant prévu à l'article 1, § 1, alinéa 1.