In zoverre de eerste twee middelen betrekking hebben op de vorderingen tot schadeloosstelling bedoeld in de aangevochten artikelen 85 en 86 van het decreet van 18 mei 1999 en in zoverre het zesde middel gericht is tegen artikel 202 van hetzelfde decreet, zijn ze onontvankelijk om de in B.3.2 aangevoerde motieven.
Dans la mesure où les deux premiers moyens concernent les actions en indemnisation visées par les articles 85 et 86 attaqués du décret du 18 mai 1999 et dans la mesure où le sixième moyen est dirigé contre l'article 202 du même décret, ils sont irrecevables pour les motifs invoqués en B.3.2.