In het tweede onderdeel van het middel wordt aangevoerd dat de bestreden bepalingen de grondwettelijke beginselen inzake gelijkheid en niet-discriminatie schenden doordat ze twee vergelijkbare categorieën van personen ongelijk behandelen, nu de stijging van de belastbare grondslag van de verworpen uitgaven enkel de in artikel 220, 2°, bedoelde personen en niet de in artikel 220, 1° en 3°, bedoelde personen treft.
Il est soutenu dans la seconde branche du moyen que les dispositions attaquées violent les principes constitutionnels d'égalité et de non-discrimination en ce qu'elles traitent différemment deux catégories comparables de personnes, étant donné que l'élargissement de l'assiette imposable aux dépenses non admises ne concerne que les personnes visées à l'article 220, 2°, et non celles visées à l'article 220, 1° et 3°.