De Nederlandse hoogleraar rechtspsychologie Van Koppen zegt hierover : een herkenning van een persoon die de getuige alleen tijdens het misdrijf heeft gezien moet, om bruikbaar te zijn als bewijsmiddel, kort samengevat voldoen aan volgende twaalf essentiële voorwaarden (3) :
Le professeur néerlandais en psychologie du droit Van Koppen déclare à ce propos: l'identification d'une personne que le témoin n'a vue qu'au moment de l'infraction doit, pour être utilisable en tant que preuve, répondre, en résumé, aux douze conditions essentielles suivantes (3) :