Indien de verzoekende of tussenkomende partij nalaat om binnen de in het zevende lid bepaalde termijn van acht dagen een replieknota in te dienen, dan wordt zij geacht in te stemmen met het door de Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen in zijn nota of ter terechtzitting inzake de aangewezen nieuwe elementen ingenomen standpunt.
Si la partie requérante ou intervenante omet d'introduire une note en réplique dans le délai de huit jours fixé à l'alinéa 7, elle est censée souscrire au point de vue adopté par le Commissaire général aux réfugiés et aux apatrides dans sa note ou à l'audience concernant les éléments nouveaux indiqués.