Die interpretatie van het arrest lijkt in overeenstemming te zijn met de beginselen van toekenning en subsidiariteit van artikel 5 van het EG-Verdrag aangezien de principiële bevoegdheid, in het kader van de verdeling van bevoegdheden tussen de lidstaten en de Europese Gemeenschap, om wetten te maken inzake kansspelen, toebehoort aan de lidstaten.
Cette interprétation de l'arrêt paraît conforme aux principes d'attribution et de subsidiarité, inscrits à l'article 5 du Traité CE, dans la mesure où la compétence de principe, dans le cadre de la répartition de compétences entre les États membres et la Communauté européenne, pour légiférer en matière de jeux de hasard appartient aux États membres.