Wat het eerste onderdeel betreft, nameli
jk de discriminatie tussen de inrichtingen van de klassen II en I, wordt de wetgever niet zozeer kwalijk genomen dat hij een verschillende beh
andeling tussen die twee categorieën van inrichtingen heeft ingesteld, maar wel dat hi
j de drempel op een willekeurige en niet redelijk verantwoorde manier heeft vastgesteld, zonder dat er een redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewe
...[+++]nde middelen en het beoogde doel.