« Art. 418. § 1. Indien de rechtbank van oordeel is dat er geen onderzoeksmagistraat dient te worden aangewezen, wordt de persoon tegen wie een tuchtvervolging is ingesteld, ter terechtzitting voor de kamer opgeroepen binnen drie maanden na de aanhangigmaking bij de rechtbank.
« Art. 418. § 1. Si le tribunal estime qu'il n'y a pas lieu de désigner un magistrat instructeur, la personne faisant l'objet d'une poursuite disciplinaire est convoquée pour l'audience devant la chambre dans les trois mois de la saisine du tribunal.