3. betreurt het dat de Raad, de Commissie en een aantal lidstaten zich niet regelmatig serieus en intensief met de situatie in Tsjetsjenië hebben beziggehouden; is van mening dat het ontbreken van een dialoog over Tsjetsjenië onverenigbaar is met de gedeelde wens om samen te werken;
3. critique le fait que le Conseil, la Commission et un certain nombre d'Etats membres ont omis de traiter la situation en Tchétchénie de manière cohérente, sérieuse et intensive; considère que l'absence de dialogue en Tchétchénie est incompatible avec le désir partagé de coopérer;