2. Binnen vier maanden na de datum waarop de Commissie een geldige aanvraag overeenkomstig lid 1 doorzendt, kan een lidstaat of de Autoriteit bij de Commissie een naar behoren met redenen omkleed bezwaar in verband met de veiligheid indienen tegen het in de Unie in de handel brengen van het betrokken traditionele levensmiddel.
2. Dans les quatre mois qui suivent la date à laquelle la Commission transmet une notification valable conformément au paragraphe 1, un État membre ou l’Autorité peut soumettre à la Commission des objections de sécurité dûment motivées à la mise sur le marché dans l’Union de l’aliment traditionnel concerné.