Vertaling van "totale werkloosheidsgraad tijdens de periode 1975-1995 " (Nederlands → Frans) :

Zoals uit onderstaande tabel blijkt is het aandeel van de langdurige werkloosheid in de totale werkloosheidsgraad tijdens de periode 1975-1995 gestegen van 35,9 % tot 64 %.
Il ressort du tableau ci-dessous que la part du chômage de longue durée par rapport au taux de chômage global a augmenté de 35,9 % à 64 % dans la période 1975-1995.

Zo kan worden vastgesteld dat de uitgaven per leerling in de verschillende richtingen van het niet-tertiaire onderwijs en de niet-tertiaire opleiding tussen 1995 en 1999 met meer dan 20% zijn gestegen in bijvoorbeeld Griekenland, Portugal en Spanje, terwijl de totale uitgaven per student in het tertiaire onderwijs (waarvan gemiddeld 35% investeringen in onderzoek vertegenwoordigen) tijdens dezelfde periode met meer dan 20% zijn gestegen in bijvoorbeeld Ierland, Griekenland en Spanje.
On constate que dans les volets de l'enseignement et de la formation non supérieurs, entre 1995 et 1999, les dépenses par étudiant ont augmenté de plus de 20%, par exemple en Grèce, au Portugal et en Espagne, tandis que les dépenses dans l'enseignement et la formation supérieurs par étudiant (dont 35% en moyenne représentent des investissements dans la recherche) se sont accrues de plus 20%, par exemple en Irlande, en Grèce et en Espagne, pendant cette même période.

Het bedrag van het in §§ 5.a. en 5.b. bedoelde eigen vermogen is gelijk aan 80 % van het totale bedrag dat de instelling tijdens deze periode minimum aan eigen vermogen zou moeten aanhouden krachtens artikel 82, § 1, 3° van het reglement van de CBFA van 5 december 1995 betreffende het eigen vermogen van kredietinstellingen voor de kredietinstellingen of van het reglement van de CBFA van 5 december 1995 betreffende het eigen vermogen van beursvennootschappen voor de beursvennootschappen, overeenkomstig de bepalingen van deze reglementen zoals die van toepassing waren vóór 1 januari 2007.
Le montant des fonds propres visés aux §§ 5.a. et 5.b. est égal à 80 % du montant minimum total de fonds propres que l'établissement aurait dû détenir durant cette période en vertu de l'article 82, § 1, 3° du règlement de la CBFA du 5 décembre 1995 relatif aux fonds propres des établissements de crédit pour les établissements de crédit ou du règlement de la CBFA du 5 décembre 1995 relatif aux fonds propres des sociétés de bourse pour les sociétés de bourse, conformément au dispositif desdits règlements applicables avant le 1 janvier 2007.

i) voor de nieuwe rechthebbenden van het brugpensioenstelsel tijdens de periode van 1 januari 1995 tot 31 december 1996, door een bijkomende werkgeversbijdrage van 0,40 pct. der brutolonen, zodat de totale bijdrage voorzien onder c), d), e), f), g), h) en i) 1,85 pct. bedraagt.
i) pour les nouveaux prépensionnés bénéficiaires au cours de la période du 1 janvier 1995 au 31 décembre 1996, par une cotisation patronale complémentaire de 0,40 p.c. sur les salaires bruts, de sorte que la cotisation totale prévue aux c), d), e), f), g), h) et i) est de 1,85 p.c.;

« i) voor de nieuwe rechthebbenden van het brugpensioenstelsel vanaf 54 jaar voor de vrouwen en 57 jaar voor de mannen tijdens de periode van 1 januari 1995 tot 31 december 1996, door een bijkomende werkgeversbijdrage van 0,40 pct. van de brutolonen, zodat de totale bijdrage voorzien onder c, d, e, f, g, h en i 1,85 pct. bedraagt».
« i) pour les nouveaux bénéficiaires du régime de prépension à 54 ans pour les femmes et 57 ans pour les hommes au cours de la période du 1< sup> er< resetsup> janvier 1995 au 31 décembre 1996, par une cotisation patronale complémentaire de 0,40 p.c. des salaires bruts, de sorte que la cotisation totale prévue aux c, d, e, f, g, h et i est de 1,85 p.c».

Tijdens de periode 1975-1995 bedroeg in het district Orebro (Zweden) de gemiddelde jaarlijkse incidentie van nieraantasting ingevolge de ziekte van Wegener 16 per 1 miljoen volwassenen.
Dans le district d'Orebro (Suède), au cours de la période 1975-1995, l'incidence annuelle moyenne de l'insuffisance rénale résultant de la maladie de Wegener était de 16 par million d'adultes.

Vooruitzichten voor toekomstige bijstand Ook al is het in dit stadium onmogelijk om nauwkeurig aan te geven wat waarschijnlijk de oriëntaties en de toewijzingen voor de totale bijstand aan het Oostzeegebied voor de periode 1995-1999 zullen zijn, dan kan men toch trachten die toekomstige bijstand als volgt te omschrijven : . in totaal zal er waarschijnlijk niet minder bijstand worden verleend dan tijdens de periode 1990-1994 : de hulp vertoont de neiging zich uit te breiden, zowel in absolute bedragen of hoeveelheden als in draagwijdte; . het volume technische bijstand (waaronder ook sectorale hulp voor economische hervormingen) zal vermoedelijk dalen ten voordele van zowel op leningen als op giften gebaseerde investeringen (waaronder uitvoerkredieten, steun voor particuliere investeringen en sectorale hulp voor openbare investeringen in infrastructuurvoorzieningen); . behalve de openbare investeringen in de infrastructuursectoren, zullen de investeringsmiddelen vermoedelijk steeds meer worden uitgetrokken voor economische investeringen ter ontwikkeling van de particuliere sector waaronder : ontwikkeling van het MKB, herstructurering van de landbouw (waaronder ook de agro-industrie en de visserij) en regionale ontwikkeling; en . voor zover het bijstand van de EU en de Lid-Staten (de laatste op bilaterale basis) betreft, zal het aandeel van de technische bijstand dat specifiek bestemd is voor de ondersteuning van het Europese integratieproces (tenuitvoerlegging van de vrijhandels- en Europa- overeenkomsten, overneming van de verworvenheden van de interne markt en de daarmee verband houdende, aan toetreding voorafgaande activiteiten) naar verwachting sterk stijgen ten opzichte van andere vormen van technische bijstand.
Perspectives de l'assistance Bien qu'il ne soit pas possible, à ce stade, de définir avec précision les orientations et les montants affectés pour l'ensemble de l'assistance susceptible d'être apportée à la région de la mer Baltique entre 1995 et 1999, on peut tenter de caractériser cette assistance comme suit: . le montant total de l'aide ne devrait pas être inférieur à celui correspondant à la période 1990-1994, et tend à augmenter en valeur absolue et à s'étendre à d'autres domaines; . le volume de l'assistance technique (y compris l'aide sectorielle à la réforme économique) devrait être réduit pour favoriser les prêts et aides non remboursables soutenant les investissements (notamment crédits à l'exportation, soutien à l'investissement privé, aide sectorielle pour les investissements publics en équipement); . outre l'investissement public dans le secteur de l'équipement, les ressources financière sont susceptibles d'être de plus en plus consacrées à l'investissement économique visant le développement du secteur privé, notamment: développement des PME, restructuration dans le secteur agricole (en particulier, l'industrie agro-alimentaire et la pêche) et développement régional; . enfin, en ce qui concerne l'aide apportée par l'Union européenne et ses Etats membres (pour ces derniers, dans un cadre bilatéral), la part de l'assistance technique spécifiquement consacrée au soutien du processus d'intégration européenne (mise en oeuvre des accords européens et des accords de libre-échange, transposition de l'acquis relatif au marché intérieur, actions liées à la stratégie de pré-adhésion) devrait augmenter sensiblement par rapport aux autres formes d'assistance technique.

Bovendien wordt in dit verslag getracht enige conclusies te trekken met betrekking tot het totale bedrag en de aard van de bijstand die tijdens de periode 1995-1999 aan het Oostzeegebied zou kunnen worden verleend.
Par ailleurs, le rapport tente de tirer certaines conclusions concernant la valeur et les caractéristiques de l'assistance qui pourraient être apportée à la région de la mer Baltique entre 1995 et 1999.