Uit het voormelde arrest van het Hof van Cassatie van 14 juni 1999 volgt dat, met inbegrip van de periode vóór de aanneming van de wet van 25 januari 1999, artikel 34 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen geïnterpreteerd moest worden in de zin die artikel 104 van de genoemde wet uitdrukkelijk eraan heeft gegeven, namelijk de niet-tenlasteneming door de verplichte verzekering voor de kosten van geneesmiddelen die vereist zijn bij daghospitalisatie.
Il ressort de l'arrêt précité de la Cour de cassation du 14 juin 1999 que, y compris pour la période antérieure à l'adoption de la loi du 25 janvier 1999, l'article 34 de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités devait être interprété dans le sens que lui a expressément donné l'article 104 de ladite loi, à savoir la non-prise en charge par l'assurance obligatoire des frais de médicaments nécessités par une hospitalisation de jour.