4. De Lid-Staten kunnen tevens, binnen de in lid 2 genoemde termijn, de op hun grondgebied gevestigde instellingen of andere organisaties aanwijzen die specifiek zouden kunnen worden belast met samenwerking met het Agentschap ten aanzien van bepaalde thema's die van bijzonder belang zijn.
4. Les États membres peuvent également, dans le délai prévu au paragraphe 2, désigner les institutions ou autres organisations établies sur leur territoire qui pourraient être spécifiquement chargées de coopérer avec l'agence en ce qui concerne certains thèmes présentant un intérêt particulier.