Vertaling van "tot 40-jarigen sedert " (Nederlands → Frans) :

Over het algemeen stijgen de afwezigheidscijfers bij de POD Maatschappelijke Integratie tussen de categorie 30- tot 40-jarigen, die van de 40- tot 50-jarigen en die van de 50- tot 60-jarigen, waar de afwezigheidspiek bereikt wordt.
De manière générale, les chiffres d'absentéisme du SPP Intégration sociale tendent à augmenter, entre la catégorie des agents de 30 à 40 ans, celle des agents de 40 à 50 ans et celle des agents de 50 à 60 ans pour laquelle le pic d'absentéisme est atteint.

Van 13 tot 24 mei heeft het WFP voedselbedelingen georganiseerd voor 40.000 verplaatste personen op 15 sites, gekoppeld met een gerichte voedingsacties voor 3.300 min-2-jarigen.
Du 13 au 24 mai, le PAM a organisé des distributions alimentaires pour 40.000 déplacés sur 15 sites, couplées avec une assistance nutritionnelle spécialisée pour 3.300 enfants de moins de deux ans.

Van alle min 30-jarigen stroomde 24,4 % uit naar de sociale bijstand, bij de groep 30-39 jaar was dit 17,1 % en boven de 40 jaar was dit 6,6 %.
Parmi toutes les personnes ciblées de moins de 30 ans, 24,4 % demandaient de l'aide sociale. Dans le groupe des 30-39 ans, ce pourcentage était de 17,1 % et de 6,6 % pour les personnes âgées de plus de 40 ans.

3. - 38 medewerkers komen uit Vlaanderen; - 11 uit Brussel en - 5 uit Wallonië. 4. 20-30-jarigen : 2 30-40-jarigen : 21 40-50-jarigen : 16 50-60-jarigen : 11 60+ : 4.
3. - 38 collaborateurs viennent de Flandre, - 11 de Bruxelles et - 5 de Wallonie. 4. 20-30 ans : 2 30-40 ans : 21 40-50 ans : 16 50-60 ans : 11 60+ ans : 4 5.

We stellen vast dat deze schoten werden afgevuurd in 70 % van de gevallen door politiemensen met de graad van INP, in 87,5 % van de gevallen door personen van het mannelijk geslacht, waarbij de leeftijd in meer dan 50 % van de gevallen onder de 40 jaar is. Maar sinds 2010 echter zien we een stijging van de leeftijd van de betrokken politieman (de meer dan 40 jarigen, zeg maar 50 jarigen worden talrijker).
On constate que les tirs sont réalisés dans 70 % des cas par des policiers de grade INP, dans 87,5 % des cas de sexe masculin, dont l’âge est dans plus de 50 % des cas en dessous de 40 ans mais depuis 2010 la tendance montre une augmentation de l’âge du policier impliqué (les plus de 40 ans voire 50 ans sont plus nombreux).

De campagne, die is vertaald in alle EU-talen, is gericht op 25- tot 40-jarigen met een speciale nadruk op jonge volwassen stedelingen en gezinnen met kleine kinderen.
Traduite dans toutes les langues de l'UE, la campagne cible un public âgé de 25 à 40 ans, et plus précisément les jeunes adultes citadins et les familles avec des enfants en bas âge.

In 2012 lag het aandeel van de 30-34-jarigen met een hogeronderwijsdiploma in 12 lidstaten (België, Cyprus, Denemarken, Finland, Frankrijk, Ierland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Spanje, het VK en Zweden) boven de doelstelling van Europa 2020 (40 %).
En 2012, la proportion de personnes âgées de 30 à 34 ans titulaires d’un diplôme de l’enseignement supérieur dépassait l’objectif d’Europe 2020, soit 40 %, dans douze États membres (Belgique, Chypre, Danemark, Espagne, Finlande, France, Irlande, Lituanie, Luxembourg, Pays-Bas, Royaume-Uni et Suède).

Bijna 20% van 15-jarigen hebben onvoldoende taalvaardigheden, en in vijf landen heeft meer dan 25% beperkte leesvaardigheden (Bulgarije 41%, Roemenië 40%, Malta 36%, Oostenrijk 27,5%, en Luxemburg 26%).
Près de 20 % des jeunes âgés de 15 ans ont des difficultés en lecture et en écriture, et dans cinq pays, plus de 25 % d'entre eux maîtrisent insuffisamment la lecture (41 % en Bulgarie, 40 % en Roumanie, 36 % à Malte, 27,5 % en Autriche, et 26 % au Luxembourg).

Benchmark 2020 (ook EU 2020-kerndoel): in 2020 moet het aantal 30- tot 34‑jarigen dat hoger onderwijs heeft gevolgd, ten minste 40% bereiken.
Critère de référence 2020 (qui constitue également un grand objectif de la stratégie Europe 2020): d’ici 2020, au moins 40 % des personnes âgées de 30 à 34 ans devraient posséder un diplôme de l’enseignement supérieur.

het percentage van 30- tot 34-jarigen dat hoger onderwijs heeft gevolgd, moet minstens 40% bedragen (vergeleken met de huidige 32,3% zou dit 2,6 miljoen meer afgestudeerden betekenen);
la proportion des personnes âgées de 30 à 34 ans diplômées de l'enseignement supérieur devrait s’élever à au moins 40 % (soit 2,6 millions de diplômés supplémentaires par rapport au taux actuel de 32,3 %);