Getuige daarvan h
et feit dat er zich geen verandering in het verkeer voorgedaan heeft daar waar
er globaal genomen minder pendelaars de trein naar de hoofdstad nemen (Ardennen, Limburg, Westhoek, enz) en d
at er weliswaar een toename van het verkeer waargenomen werd op de aut
osnelwegen langs de grote spoorlijnen (Oostende-Brussel
...[+++], Kortrijk-Gent-Antwerpen, Waalse as, enz.), maar dat deze toename van het verkeer ten opzichte van een “normale” werkdag verwaarloosbaar leek te zijn (tussen 0% en 1%).
En témoignent le fait que le trafic n'a pas connu de variation là où les navetteurs sont globalement moins nombreux à prendre le train vers la capitale (Ardennes, Limbourg, Westhoek, etc.), et que, s’il y a bien eu une augmentation clairement identifiable du trafic sur les autoroutes qui suivent les grandes lignes ferroviaires (Ostende-Bruxelles, Courtrai-Gand-Anvers, dorsale wallonne, etc.), cette augmentation du trafic par rapport à un jour ouvré « normal » semble avoir été négligeable (entre 0% et 1%).