1. Ingeval een nationale toezichthoudende autoriteit de in artikel 1, lid 2, genoemde wetgeving niet juist heeft toegepast, met name door niet te verzekeren dat een financiële instelling de in die wetgeving vastgestelde eisen vervult, beschikt de Autoriteit over de in de leden 2, 3 en 6, van onderhavig artikel genoemde bevoegdheden.
1. Lorsqu'une autorité nationale de surveillance n'a pas correctement appliqué la législation visée à l'article 1er, paragraphe 2, notamment en ne veillant pas à ce qu'un établissement financier remplisse les exigences prévues par ladite législation, l'Autorité dispose des compétences définies aux paragraphes 2, 3 et 6 du présent article.