18. onderstreept dat de kosten die
voortvloeien uit de toetreding van de nieuwe lidstaten na
2006 waarschijnlijk aanzienlijk zullen stijgen en een diepgaande overdenking van de financiering van de communautaire begroting en van de bijdragecapaciteit van de oude en nieuwe lidstaten noodzakelijk maken; onderstreept echter dat het Europees Parlement het beginsel steunt om het plafond van de betalingskredieten op 1,27% van het communautaire BNP te handhaven tot 2006, hetgeen via de communautaire begroting kan worden
...[+++]gebruikt om de behoeften van een grotere Unie te dekken;
18. souligne que le coût lié à l'adhésion de nouveaux États membres augmentera probablement de manière significative après 2006 et qu'il exigera un réexamen en profondeur du mode de financement du budget de l'Union ainsi que de la capacité contributive des anciens et des nouveaux États membres; souligne toutefois qu'il soutient le principe du maintien à 1,27 % du PNB de la Communauté jusque 2006 du plafond des crédits de paiement pouvant servir, par le biais du budget de l'Union, à couvrir les besoins d'une Union élargie;