4. Ten aanzien van een in het eerste lid, sub a) of b) , bedoelde toetredende Staat treedt het verdrag echter slechts in werking in betrekkingen tussen deze Staat en de Verdragsluitende Staten die geen bezwaar tegen deze toetreding hebben gemaakt voor de eerste dag van de derde maand die volgt op het nederleggen van de akte van toetreding.
4. Toutefois, en ce qui concerne un État adhérent visé au paragraphe 1 , points a) ou b), la convention ne produira d'effets que dans les rapports entre l'État adhérent et les États contractants qui n'auront pas formulé d'objection à cette adhésion avant le premier jour du troisième mois qui suivra le dépôt de l'instrument d'adhésion.