1. wijst erop dat de ontwikkelingslanden de mondiale financiële en economische crisis niet veroorzaakt hebben, maar er wel onevenredig z
waar door getroffen worden en geconfronteerd worden met een sterke daling van groei en werkgelegenheid, negatieve effecten op de handels- en betalingsbalans, een sc
herpe afname van de toestroom van particulier kapitaal en directe buitenlandse investeringen, geringere mogelijkheden om kredieten en handelsfinanciering te krijgen, verminderde overschrijvingen, sterke en onvoorspelbar
...[+++]e fluctuaties in de wisselkoersen, uitputting van reserves, toenemende onzekerheid en daling van grondstoffenprijzen, en teruglopende inkomsten uit het toerisme; 1. fait observer que les pays en développement ne sont pas à l'origine de la crise financière et économique mondiale, mais qu'ils en subissent de manière disproportionnée les effets, faisant face aux éléments suivants: croissance et emploi en recul très marqué, incidence négative sur la balance des paiements et sur la b
alance commerciale, forte réduction des apports nets de capitaux privés et de l'investissement étranger direct, moindre accès au crédit et au financement des échanges commerciaux, baisse des envois de fonds, mouvements importants et erratiques des taux de change, effondrement des réserves, volatilité accrue et chute des pr
...[+++]ix des produits primaires, baisse des recettes du tourisme);