Art. 18. Elke alarmsysteem voorzien van een toestel, bedoeld in artikel 17, moet ook voorzien zijn van een zwaailicht en/of een knipperlicht, dat bij een alarm van op de openbare weg zichtbare lichtsignalen geeft tot het uitschakelen van het alarm.
Art. 18. Tout système d'alarme muni d'un appareil, visé à l'article 17, doit également être pourvu d'un signal lumineux tournoyant et/ou clignotant, visible depuis la voie publique, qui, en cas d'alarme, émet des signaux lumineux jusqu'au débranchement de l'alarme.