Vervolgens verwijten de verzoekende partijen het voormelde artikel 45, § 1, de universiteiten ertoe te verplichten om de inschrijvingsgelden uiterlijk op 1 december van het betrokken academiejaar integraal te innen, waardoor zij niet
meer zouden kunnen toestaan, zoals zij dat vroeg
er om sociale redenen wel deden, dat de betaling van d
e gelden tot na die datum wordt ges ...[+++]preid.
Les requérants reprochent ensuite à l'article 45, § 1, précité, d'obliger les universités à percevoir l'intégralité des droits d'inscription au plus tard le 1 décembre de l'année académique concernée, ce qui ne leur permettrait plus d'autoriser, comme elles le faisaient auparavant pour des raisons sociales, l'étalement du paiement des droits au-delà de cette date.