Wanneer een auditcomité deel uitmaakt van het leidinggevende of het toezichthoudende orgaan van de gecontroleerde entiteit overeenkomstig lid 1, kunnen de lidstaten toestaan of eisen dat het leidinggevende of het toezichthoudende orgaan, naargelang het geval, de functies van het auditcomité vervult voor de toepassing van de in deze richtlijn en in Verordening (EU) nr. 537/2014 vervatte verplichtingen.
Lorsqu'un comité d'audit fait partie de l'organe d'administration ou de surveillance de l'entité contrôlée conformément au paragraphe 1, les États membres peuvent permettre ou exiger que l'organe d'administration ou de surveillance, le cas échéant, exerce les fonctions de comité d'audit aux fins des obligations énoncées dans la présente directive et dans le règlement (UE) no 537/2014.