Uit de voorbeelden die hierboven werden aangehaald uit de rechtspraak van het Hof van Cassatie, de Raad van State en het toenmalige Arbitragehof blijkt dat coherentie in de rechtspraak van hogere rechtbanken zoek is.
Il ressort de ces exemples empruntés à la jurisprudence de la Cour de cassation, du Conseil d'État et de la Cour constitutionnelle que la jurisprudence des juridictions supérieures manque de cohérence.