Terwijl de organisatie van een interuniversitair toelatingsexamen een rechtstreekse weerslag heeft op de toegang van studenten tot het onderwijs, moet een dergelijk examen worden beschouwd als een regeling inzake de inrichting en subsidiëring van het onderwijs in de zin van artikel 24, 5, van de Grondwet.
En tant que l'organisation d'un examen d'entrée interuniversitaire a une incidence directe sur l'accès des étudiants à l'enseignement, un tel examen doit être considéré comme une réglementation en matière de création et de subventionnement de l'enseignement au sens de l'article 24, 5, de la Constitution.