De bouw en de exploitatie van vervoerinstallaties die, op de datum van inwerkingtreding van artikel 5, niet onderworpen zijn aan een vergunning of toelating krachtens voornoemde wet van 12 april 1965, worden geacht te zijn vergund krachtens deze wet, indien zij werden aangevat vóór de inwerkingtreding van artikel 5.
La construction et l'exploitation d'installations de transport qui, à la date d'entrée en vigueur de l'article 5, ne sont soumises ni à concession ni à permission en application de la loi du 12 avril 1965 précitée sont réputées autorisées en application de la présente loi si elles ont pris cours avant l'entrée en vigueur de l'article 5.