Is het artikel 43, eerste en tweede lid, van de wet van 3 juli 1969 tot invoering van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, verenigbaar met de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet (artikelen 6 en 6bis van de toenmalige Grondwet) wanneer het zou geïnterpreteerd worden als da
t het de Koning zou toelaten een medeschuldenaarschap of hoofdelijke aansprakelijkheid in te voeren voor de B.T.W. in hoofde van de leverancier van de belastingplichtige in het geval dat deze laatste zich ten onrechte op de vrijstelling van voornoemd artikel 43 zou heb
ben beroepen, zelfs ...[+++] zonder dat van een opzettelijke overtreding van de leverancier sprake zou zijn, terwijl een contractant in de regel en burgerrechtelijk niet hoofdelijk aansprakelijk is voor de schulden van zijn medecontractant ?
L'article 43, alinéas 1 et 2, de la loi du 3 jui
llet 1969 créant le Code de la taxe sur la valeur ajoutée est-il compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution coordonnée (articles 6 et 6bis de la Constitution de l'époque) s'il est interprété comme autorisant le Roi à instaurer la qualité de codébiteur ou une responsabilité solidaire pour la T.V. A. dans le chef du fournisseur de l'assujetti au cas où ce dernier se serait prévalu indûment de la franchise du susdit article 43, même sans qu'il soit question d'une infraction intentionnelle du fournisseur, alors qu'un contractant n'est généralement et sur le plan civil pas solidair
...[+++]ement responsable des dettes de son cocontractant ?