De Autoriteit gaat ervan uit dat diezelfde onzekerheid over de toekomstige stroomprijzen voor alle marktdeelnemers bestond, ook voor degenen die elektriciteitscentrales kochten of verkochten in dezelfde periode als waarin de verkoop van het recht op concessiestroom plaatsvond.
L’Autorité considère qu’il existait la même incertitude quant aux prix futurs de l’électricité pour tous les participants du marché, également ceux qui achetaient et vendaient des centrales électriques au cours de la même période que celle de la vente du droit de bénéficier de l’électricité fournie dans le cadre de la concession.