Met het oog op het argument van Oostenrijk dat Energie-Control GmbH geen beoordelingsvrijheid heeft wat de toekenning van vrijstellingen van de afnameverplichting betreft, wijst de Commissie op de toelichting van AG Mengozzi die in punt 109 van zijn conclusie in de zaak Essent van mening was dat het bij de beoordeling van de vraag of bepaalde middelen staatsmiddelen vormen, irrelevant is of de tussenpersoon die door de staat voor het innen en beheren van de heffing is aangewezen, over enige discretionaire marge beschikt.
En ce qui concerne l’argument de l’Autriche selon lequel la société Energie-Control GmbH ne dispose d’aucune marge discrétionnaire pour exempter les entreprises à forte intensité énergétique de l’obligation d’acheter de l’électricité verte, la Commission renvoie au point 109 des conclusions de l’avocat général Mengozzi dans l’affaire Essent, où il précise que pour l’appréciation de la question de savoir si certains fonds constituent des ressources d’État, il importe peu que l’intermédiaire chargé par l’État de la perception et de la gestion de la taxe dispose ou non d’une marge d’appréciation.