« Art. 5. Iedereen die een persoon met een assistentiehond het recht op toegang ontzegt tot een publieke plaats als vermeld in artikel 3, in een ander geval dan de gevallen, vermeld in artikel 3/1, wordt bestraft met een geldboete van vijftien euro tot vijfentwintig euro en met een gevangenisstraf van één dag tot zeven dagen of met een van deze straffen alleen.
« Art. 5. Sera puni d'une amende de quinze à vingt-cinq euros et d'un emprisonnement d'un à sept jours ou d'une de ces deux peines seulement, quiconque interdit à une personne accompagnée d'un chien d'assistance le droit d'accès à un lieu public, tel que visé à l'article 3, sauf dans les cas, visés à l'article 3/1.