(29) In geval van een uitbraak kan het nodig zijn bestrijdingsmaatregelen toe te passen niet alleen voor besmette dieren van ziektegevoelige soorten, maar ook voor verontreinigde dieren van niet-ziektegevoelige soorten, aangezien die dieren als vector voor het virus kunnen fungeren.
(29) Lorsqu'un foyer apparaît, il peut être nécessaire d'appliquer des mesures de lutte non seulement aux animaux infectés des espèces sensibles, mais aussi aux animaux contaminés des espèces non sensibles qui peuvent être des vecteurs passifs de transmission du virus.