Overwegende dat in afdeling 5.9.4 van titel II van het VLARE
M inplantingsregels zijn bepaald voor varkenshouderijen; dat voor bepaalde bestaande varkenshouderijen die niet voldoen aan deze inplantingsregels een overgangstermijn tot 1 januari 2004 was voorzien en deze varkenshouderijen daarom slechts een milieuvergunning verkregen tot deze datum; dat de
ze bedrijven in het overgrote deel van de gevallen geen verlenging van hun milieuvergunning kunnen bekomen; dat het aangewezen is om
voor deze bedrijven ...[+++]toch de mogelijkheid te voorzien om verder te kunnen uitbaten;
Considérant que la section 5.9.4. du titre II du VLAREM prévoit des règles d'implantation pour les porcheries; que pour certaines porcheries qui ne satisfont pas à ces règles, un délai de transition était prévu jusqu'au 1 janvier 2004 et que ces porcheries ne disposent que d'une autorisation écologique valable jusqu'à cette date; que, dans la plupart des cas, ces entreprises ne sont pas éligibles à une reconduction de leur autorisation écologique; qu'il est indiqué de prévoir pour ces entreprises la possibilité de continuer leur exploitation;