Art. 28. § 1. Wanneer de aanvrager roerende of onroerende goederen om niet of ten bezwarende titel heeft afgestaan in de loop van de tien jaar voor de datum waarop de aanvraag om het leefloon uitwerking heeft, wordt, onverminderd de toepassing van artikel 29, een forfaitair inkomen in aanmerking genomen dat overeenstemt met de verkoopwaarde van de goederen op het tijdstip van de afstand.
Art. 28. § 1. Lorsque le demandeur a cédé à titre onéreux ou à titre gratuit des biens meubles ou immeubles au cours des dix années précédant la date à laquelle la demande du revenu d'intégration produit ses effets, un montant forfaitaire qui correspond à la valeur vénale des biens au moment de la cession est porté en compte, sans préjudice de l'application de l'article 29.