Voordat ze werd opgeheven bij de wet van 26 mei 2002, bepaalde de wet van 7 augustus 1974 dat wanneer een persoon de beschikking kreeg over inkomsten krachtens rechten die hij bezat tijdens de periode waarvoor hem een bestaansminimum werd uitbetaald, de vordering van het OCMW tot terugbetaling ten laste van de rechthebbende op het bestaansminimum (artikel 12 van de wet van 7 augustus 1974) door verloop van vijf jaar verjaarde, overeenkomstig artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek (artikel 15, eerste lid, van de wet van 7 augustus 1974).
Avant d'être abrogée par la loi du 26 mai 2002, la loi du 7 août 1974 prévoyait que lorsqu'une personne vient à bénéficier de ressources en vertu de droits qu'elle possédait pendant la période pour laquelle le minimex lui a été payé, l'action en remboursement du CPAS contre le bénéficiaire du minimex (article 12 de la loi du 7 août 1974) se prescrit par cinq ans conformément à l'article 2277 du Code civil (article 15, alinéa 1, de la loi du 7 août 1974).