Art. 4. § 1. Bij ontvangst van de vordering bedoeld in artikel 88bis, § 1, van het Wetboek van Strafvordering, en behoudens andersluidende bepalingen in de vordering, deelt de Coördinatiecel Justitie de gevorderde oproepgegevens en de lokalisatiegegevens van eindapparaten van waaruit of waarnaar oproepen werden gedaan en die minder dan dertig dagen oud zijn, in werkelijke tijd mee aan de onderzoeksrechter of, in voorkomend geval, aan de procureur des Konings.
Art. 4. § 1. A la réception de la requête visée à l'article 88bis, § 1, du Code d'Instruction criminelle et sauf disposition contraire dans la requête, la Cellule de coordination de la Justice communique en temps réel au juge d'instruction ou, le cas échéant, au procureur du Roi, les données d'appel et les données de localisation demandées d'appareils terminaux à partir desquels ou vers lesquels des appels ont été adressés dans les trente derniers jours.