De wetgever kon, gelet op de specifieke kenmerken van de esthetische geneeskunde, met name de afwezigheid van een therapeutisch doel, redelijkerwijs ervan uitgaan dat de adviezen in het kader van de esthetische geneeskunde door een gespecialiseerd orgaan dienen te worden gegeven.
Eu égard aux caractéristiques spécifiques de la médecine esthétique, à savoir l'absence d'un but thérapeutique, le législateur a pu raisonnablement estimer que, dans le cadre de la médecine esthétique, les avis soient donnés par un organe spécialisé.