Indien de gerechtigde een werknemer is zoals bedoeld in artikel 1, 1°, c) en d), dienen deze 100 uren opvolging op volgende wijze ingezet te worden : 50 uren opvolging, te verrichten gedurende de drie laatste maanden van de tewerkstelling van de persoon en 50 uren bijkomende opvolging, te verrichten gedurende de drie maanden die volgen op de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst.
Si l'ayant droit est un travailleur tel que visé à l'article 1, 1°, c) et d), les 100 heures de suivi doivent être reparties comme suit : 50 heures de suivi, prestées durant les trois derniers mois de l'emploi occupé par la personne et 50 heures additionnelles de suivi, prestées durant les trois mois suivant la fin de son contrat de travail.