1. Moet of mag wanneer, bij een aandachtige lezing en na het verlenen van het hoor- en inzagerecht met betrekking tot een dergelijk " ongeldig" en/of " onontvankelijk" bezwaarschrift, blijkt dat er een ontegensprekelijke overbelasting als bedoeld in artikel 376, § 1 of § 3 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 aan het licht is gekomen in die ongunstige of afwijzende beslissing over het bezwaarsch
rift dan ook meteen terzelfdertijd een passende ontheffing van ambtswege worden verleend of moet in zo'n geval daarentegen sp
ontaan een volledig aparte directior ...[+++]ale ontheffingsbeslissing ambtshalve worden getroffen al dan niet op voordracht van de taxatieambtenaar?
1. Lorsqu'il appert, après une lecture attentive et après qu'il a été fait usage du droit de consulter et d'être entendu à propos d'une réclamation " indue" et/ou " irrecevable" , qu'il a été procédé à une surtaxation au sens de l'article 376, §1 ou §3 du CIR 1992 dans le cadre de cette décision défavorable ou de rejet concernant la réclamation, un dégrèvement d'office approprié doit-il ou peut-il être octroyé en même temps? Ou une décision directoriale de dégrèvement d'office doit-elle au contraire être prise spontanément et distinctement dans ce cas, sur proposition ou non du fonctionnaire taxateur?