Op 4 december 2003 deed de Raad van State in zijn advies nr. 36/172/4 volgende uitspraak : « Een veroordeling op basis van artikel 15 ter van de voornoemde wet van 12 februari 1999 zou in het licht van het beginsel van niet-terugwerking van de wet alleen aanvaardbaar zijn voor feiten die op zijn vroegst op 28 maart 1999 zijn gepleegd, te weten op de datum van inwerkingtreding van die wet».
Le 4 décembre 2003, le Conseil d'État a statué dans son avis nº 36 172/4 comme suit : « Une condamnation sur la base de l'article 15ter de la loi du 12 février 1999 serait admissible au régard du principe de la non-rétro activité de la loi pour des faits commis au plus tôt le 28 mars 1999, dat d'entrée en vigueur de cette loi».