2. De bevoegde autoriteit kan voor een gegadigde, die niet voldoet aan de eis als bedoeld in de artikelen 2.01, tweede lid, onderdeel b, 2.02, tweede lid, onderdeel b, of 2.03, tweede lid, onderdeel b, bepalen dat deze vóór afloop van een bepaalde termijn niet tot een examen kan worden toegelaten (uitsluitingstermijn).
2. L'autorité compétente peut décider qu'un candidat qui ne remplit pas les exigences visées à l'article 2.01, chiffre 2, lettre b), à l'article 2.02, chiffre 2, lettre b) ou à l'article 2.03, chiffre 2, lettre b), ne peut être admis à passer un examen avant l'expiration d'un certain délai (délai d'opposition).