Art. 16. Een kandidaat die niet slaagt voo
r een proef uit een taaltest, ongeacht of het om een computergestuurde schrijftest, een computergestuurde begripsproef, een mondelinge proef, of elk ander type proef, mag noch
dezelfde proef noch eender welke andere proef v
oor dezelfde taal afleggen voor het verstrijk
en van een bepaalde termijn voor de testprocedures bedoeld in
...[+++] het koninklijk besluit van 8 maart 2001.
Art. 16. Un candidat qui échoue à une épreuve de test linguistique, qu'elle soit une épreuve informatisée écrite, une épreuve informatisée de compréhension, une épreuve orale ou toute autre épreuve, ne peut représenter la même épreuve ni aucune autre épreuve linguistique relative à la même langue dans une procédure de test visée par l'arrêté royal du 8 mars 2001 avant un délai imparti.