Art. 3. § 1. Komen in aanmerking voor het verkrijgen van het in artikel 2 voorziene recht, de zeevissers waarvan het ontslag werd betekend in de loop van de periode ingaande op 1 januari 2015 en eindigend op 31 december 2017 en die : 1° in de loop van voormelde periode de leeftijd bereiken van 60 jaar; 2° 5 500 aangemonsterde dagen ter zeevisserij tellen; 3° recht hebben op de werkloosheidsuitkeringen.
Art. 3. § 1 . Sont pris en considération pour l'octroi du droit prévu à l'article 2, les marins pêcheurs dont le licenciement a été signifié au cours de la période commençant le 1 janvier 2015 et se terminant le 31 décembre 2017 et qui : 1° au cours de la période précitée atteignent l'âge de 60 ans; 2° comptent 5 500 jours d'enrôlement dans la pêche maritime; 3° ont droit aux allocations de chômage.