Aldus vindt volgens de parlementaire voorbereiding « artikel 19, § 2, van het btw-Wetboek dat aan de vrijgestelde belastingplichtigen de verplichting
oplegt om bepaalde werken in onroerende staat die zij verrichten voor hun eigen doeleinden aan de belast
ing te onderwerpen, geen toepassing ten aanzien van publiekrechtelijke lichamen die dezelfde werk
zaamheid verrichten omdat ...[+++] ze niet de hoedanigheid hebben van belastingplichtige » (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2773/001, p. 37).
Selon les travaux préparatoires, « alors que [cette disposition] impose aux assujettis exonérés de soumettre à la taxe certains travaux immobiliers qu'ils effectuent pour leurs propres besoins, [elle] est inopérante à l'égard des établissements publics exerçant la même activité en raison de leur non-assujettissement » (Doc. parl., Chambre, 2006-2007, DOC 51-2773/001, p. 37).