Het Hof onderzoekt eerst de middelen die betrekking hebben op de verzekeringsactiviteiten (vijfde tot en met achtste middel), vervolgens het vierde middel, dat betrekking heeft op het voorhuwelijkssparen en, ten slotte, de middelen die betrekking hebben op de « verrichtingen » (eerste tot en met derde middel).
La Cour examine d'abord les moyens relatifs aux activités d'assurance (cinquième à huitième moyens), examine ensuite le quatrième moyen, qui concerne l'épargne prénuptiale, et conclut par l'examen des moyens relatifs aux « opérations » (premier à troisième moyens).