De antwoordtermijn wordt vastgelegd door de Voorzitter en mag niet minder dan 4 werkdagen (zater-,zon- en feestdagen van de Federale administratie worden niet als werkdagen beschouwd). Wanneer ten minste drie stemgerechtigde leden van een van de twee groepen de Voorzitter binnen die termijn van vier werkdagen meedelen dat ze een schriftelijke raadpleging weigeren, wordt het betrokken punt op de agenda van de eerstkomende zitting van de Nationale commissie geplaatst.
Le délai dans lequel une réponse est demandée est fixé par le Président et ne peut être inférieur à 4 jours ouvrables(les samedis, dimanches et jours fériés de l'Administration fédérale ne sont pas considérés comme jours ouvrables).Lorsque trois membres au moins de l'un des deux groupes ayant voix délibérative, informent le Président dans ce délai de quatre jours ouvrables qu'ils refusent la consultation écrite, le point concerné est inscrit à l'ordre du jour de la plus prochaine séance de la Commission nationale.