Warmtepompen die het gebruik van aerothermische, geothermische of hydrothermische warmte op een bruikbaar temperatuursniveau mogelijk maken, werken op elektriciteit of een andere aanvullende energiebron.
Les pompes à chaleur permettant l’usage de la chaleur (aérothermique, géothermique ou hydrothermique) à un niveau de température utile ont besoin d’électricité ou d’une autre énergie auxiliaire pour fonctionner.