De Koning mag, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, het gedeelte van de bij de Kas in uitvoering van artikel 28, tweede lid, en artikel 38, zesde lid gedeponeerde tegoeden dat Hij bepaalt, toewijzen aan het Zilverfonds opgericht bij de wet van 5 september 2001 tot waarborging van een voortdurende vermindering van de overheidsschuld en tot oprichting van een Zilverfonds.
Le Roi peut, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, affecter la partie qu’Il détermine des avoirs déposés à la Caisse en exécution de l’article 28, alinéa 2, et de l’article 38, alinéa 6, au Fonds de vieillissement créé par la loi du 5 septembre 2001 portant garantie d’une réduction continue de la dette publique et création d’un Fonds de vieillissement.