Door de tegemoetkomingen bedoeld in artikel 1 van de wet van 27 februari 1987 niet toe te kennen aan een persoon met een handicap zonder inkomen indien het bedrag van het inkomen van de persoon met wie hij een huishouden vormt - in de zin van artikel 7 van de in het geding zijnde wet - het bedrag van
de tegemoetkomingen overschrijdt, heeft de wetgever een maatregel genomen die redelijk kan worden verantwoord, rekening houdend met het doel van solidariteit dat hij nastreeft in een bijzonder stelsel van maatschappelijke dienstverlening
...[+++]en rekening houdend met zijn bekommernis om de huidige samenlevingsvormen in aanmerking te nemen, zonder de administratie te verplichten zich te mengen in het privéleven van de betrokken personen.
En n'accordant pas à une personne handicapée sans revenus les allocations visées à l'article 1 de la loi du 27 février 1987 si le montant du revenu de la personne avec laquelle elle forme un ménage, au sens de l'article 7 de la loi en cause, dépasse le montant des allocations, le législateur a pris une mesure qui peut se justifier raisonnablement, compte tenu de l'objectif de solidarité qu'il poursuit dans un régime spécial d'aide sociale et compte tenu de son souci de prendre en compte les formes actuelles de cohabitation, sans obliger l'administration à s'immiscer dans la vie privée des personnes concernées.