6. wijst op zijn standpunt dat het steeds weer opnieuw naar voren gebracht heeft bij het debat over de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen, dat de voornoemde technieken niet gepatenteerd dienen te worden en met name dat de mens in alle fasen van zijn ontwikkeling niet het object van een patent mag worden;
6. souligne la position qui a déjà été exprimée à maintes reprises dans le débat sur la protection juridique des inventions biotechnologiques, à savoir que les techniques susmentionnées ne devraient pas être brevetées et en particulier que l'être humain dans toutes les phases de son développement ne devrait pas faire l'objet d'un brevet;