(4) Het tweede en derde lid sluiten de octrooieerbaarheid niet uit van een tot de stand van de techniek behorende stof of mengsel, voor zover zij bestemd zijn voor de toepassing van de in artikel 53, c) bedoelde methoden, mits dat gebruik daarvan voor een dergelijke methode niet tot de stand van de techniek behoort.
(4) Les paragraphes 2 et 3 n'excluent pas la brevetabilité d'une substance ou composition comprise dans l'état de la technique pour la mise en oeuvre d'une méthode visée à l'article 53 c), à condition que son utilisation pour l'une quelconque de ces méthodes ne soit pas comprise dans l'état de la technique.