Iedere zeevarende die een functie of een aantal functies verricht, omschreven in de tabellen A-II/1, AA-II/2, A-II/3 of A-II/4 van hoofdstuk II of in de tabellen A-III/1, A-III/2, A-III/4 van hoofdstuk III of in tabel A-IV/2 van hoofdstuk IV van de STCW-Code, dient in het bezit te zijn van een passend vaarbevoegdheidsbewijs.
Tous les gens de mer qui exercent une fonction ou un groupe de fonctions spécifiées dans les tableaux A-II/1, A-II/2, A-II/3 ou A II/4 du chapitre II ou dans les tableaux A-III/1, A-III/2, A-III/4 du chapitre III ou A-IV/2 du chapitre IV du code STCW doivent être titulaires d'un brevet approprié.